Leden aan het woord
Annet (54 jaar), sopraan
Ik zing sinds maart 2018 bij het koor. Ik had totaal geen zangervaring, behalve dan in mijn jeugd als ik met mijn ouders naar de kerk ging. Bij een bedrijfsuitje van mijn werk kwamen we terecht in een heel bruin café in Amsterdam om smartlappen te zingen. En toen zei een collega naast me, die op een koor zit: jij moet ook bij een koor gaan zingen! Maar je denkt meteen: dat kan ik niet en daarvoor moet je geleerd en gestudeerd hebben. Maar het bleef wel in mijn achterhoofd zitten. Met een vriendin ging ik naar een concert van de VOV omdat zij iemand kende in het koor. En toen bleek dat een buurvrouw van mij ook bij de VOV zong. Ze zei: “joh kom een keertje mee”. Zij heeft me meegetroond. Ja dan heb je een haakje, hè. En toen ben ik gebleven, want het klassiek zingen en het toewerken naar een concert is ontzettend fijn om te doen.
Ook als muzikaal onervaren lid kun je echt wel meedoen. Je moet er wel aan trekken maar je hoeft er volgens mij niet ontzettend veel harder aan te trekken dan anderen. Je moet gewoon zorgen dat je de oefenbestanden gebruikt, dat je aantekeningen maakt en misschien eens opzoeken wat een noot betekent. Gewoon doorzetten. Je leert het notenlezen vrij snel en in een groot koor word je vanzelf meegesleept.
Dick (70 jaar), bas
Ik ben al 22 jaar lid van dit koor. Ik ontmoette destijds de dirigent van het koor bij een workshop ‘stemgymnastiek’ en ze vroeg of ik al bij een koor zong. Ik zong toen bij een koortje op het werk maar dat was wat rommelig en ben op haar uitnodiging ingegaan en naar de repetitie van het VOV gekomen. Ze waren net bezig met het Requiem van Mozart, dus ik was meteen verkocht…
Wat me aantrekt aan oratoria is de schoonheid en om daar deel van uit te maken. Het is mooi om die muziek te horen in de concertzaal of op een opname, maar om een van de partijen te zingen en dus deel uit te maken van die harmonieën dat vond ik vanaf het begin wonderbaarlijk. En je leert zo’n stuk natuurlijk helemaal van binnenuit kennen.
Als jongetje had ik -naar men zei- een mooie jongenssopraanstem en zong ik in het schoolkoortje en incidenteel bij het NCRV-jeugdkoor. Ik werd gevraagd of ik bij het Haags knapenkoor wilde komen, maar in die pakjes lopen leek me niet zo geweldig. Jammer wel. Hadden mijn ouders me maar een duwtje gegeven dan had ik meteen in de muziek gezeten. Na een popbandje in mijn pubertijd heb ik heel lang niet gezongen tot er op kantoor een kantoorkoortje kwam. Leuk hoe dat dan kan lopen, dat zo’n toevallige ontmoeting met de dirigent dat ontsteekt en nu zit ik al 22 jaar elke maandagavond hier! Ik was 48 jaar toen ik lid werd, dus tja, ik zit hier al heel lang en ik hoop ook nog heel lang te blijven!
Hans (27 jaar), tenor
Ik ging af en toe naar een klassiek concert, ook wel naar oratoria, en vaak bij de delen waar het koor zong bedacht ik me hoe gaaf het zou zijn om zelf eens zo’n stuk te zingen. In de lift op het werk probeerde een collega me te enthousiasmeren voor het kantoorkoor, tevergeefs. Maar ze bleek niet voor één gat te vangen. Toen ik haar toevertrouwde dat ik wel eens een groots koorstuk wilde zingen, schakelde ze snel over en probeerde me te werven voor de VOV, waarvan ze ook lid was. En hiermee had ze wel succes!
Ondanks dat ik al vier jaar lid ben, kan ik nog steeds geen noten lezen, haha. Ik snap inmiddels wel hoe lang een noot moet duren, en waar we ongeveer omhoog moeten en omlaag, maar verder leer ik de muziek vooral op gehoor, min of meer uit m’n hoofd. Gelukkig staat er op internet vaak wel oefenmateriaal, en anders zingt Astrid de juiste koorpartijen voor ons in. Dat is maar goed ook, want zonder die oefenbestandjes ben ik nergens! Ik was er best een beetje onzeker over of ik wel goed genoeg mee zou kunnen komen, maar VOV’ers bleken heel behulpzaam, en nadat ze me de eerste weken op sleeptouw hadden genomen, ging het al snel best goed.
Lidwien (51 jaar), sopraan
Mijn beide ouders zongen in hun jonge jaren in een koor, dat wist ik. Misschien spoorde dat me aan om tijdens mijn studie een cursusje koorzingen te doen. We deden daar stemvorming en oefenden met meerstemmig zingen. Ik ben daarna lid geworden van het universiteitskoor in Maastricht en tijdens een stage zong ik in het Københavns Bachkor. Toen ik vervolgens naar Den Haag verhuisde, sloot ik me als projectzanger aan bij een koor, dat meteen daarna over de kop ging. Ik besloot dat ik eigenlijk beter eens wat zanglessen kon volgen om mijn techniek te verbeteren. Toen er een kindje kwam en bovendien het huis verbouwd moest worden ben ik daarmee gestopt. Maar de wens om bij een koor te zingen bleef. Het is zo leuk om met een grote groep over een langere periode naar een resultaat toe te werken en het dan op te voeren voor publiek! Het heeft toch nog 14 jaar geduurd voordat ik weer op zoek ging naar een koor en de VOV vond: een groot koor dat klassieke stukken uitvoert, met orkest en solisten, precies wat ik zocht. Dat was in 2016. Toen we vanwege corona een tijd niet konden zingen, dacht ik wel er wel eens aan om te stoppen. Maar bij de eerste repetitie na de lockdown werd ik overvallen door emotie. Het was zo fijn om samen te zingen. Het doet iets met je ziel. Dus ik blijf!