Concerten

Concert ‘Petite messe solennelle’

Op 15 november 2024 voerde de VOV de Petite messe solennelle van Gioachino Rossini uit.

OVER DE PETITE MESSE SOLENNELLE
Een mis is een dienst in de katholieke kerk met een vaste structuur van gezangen en rituelen op een Latijnse tekst. Al sinds de middeleeuwen schrijven componisten muziek voor, of geïnspireerd op de mis . Aanvankelijk klonken miscomposities uitsluitend in de kerk maar allengs verbreedde de uitvoeringspraktijk zich naar concertzalen. Onder de grootste missen van later tijden vinden we Bachs Hohe Messe, Mozarts Krönungsmesse, Beethovens Missa solemnis en miscomposities van Rossini, Haydn, Schubert, Bruckner, Gounod, Liszt, Stravinsky en Berlioz.

Rossini componeerde zijn Petite messe solennelle in 1863 voor klein vierstemmig koor en vier solisten, twee piano’s en een harmonium. Hij schreef het in opdracht van een Parijse graaf voor opvoering in de privékapel bij diens Parijse woning. Die privélocatie gaf Rossini  meteen een vrijbrief om zich te onttrekken aan de toen heersende pauselijke oekaze mulier tacet in ecclesiam die, tot aan de herroeping in 1967 (!), gebood dat vrouwenstemmen in de kerk niet waren toegelaten. Twee piano’s en een harmonium: dat zijn de originele door Rossini gekozen instrumenten, uitermate geschikt voor begeleiding in de grafelijke privékapel.

Onder druk bewerkte bewerkte Rossini in 1867 zijn Petite messe solennelle tot een versie voor orkest en noemde die Messe solennelle. Het ‘petite’ verviel want deze orkestversie diende voor openbare uitvoeringen in grote kerken waarin, vanwege de daar geldende pauselijke oekaze, de jongensstemmen klonken ten koste van de vrouwelijke stemmen. 

Het Franse woord ‘solennelle’ betekent plechtig, statig. Desalniettemin twijfelde Rossini aan de plechtigheid van zijn Petite messe solennelle want in de partituur schreef Rossini ironisch: “Lieve God, hier is het, de arme, kleine mis. Is het werkelijk heilige muziek of heb ik heiligschennende muziek gemaakt? Ik ben geboren voor opera buffa, zoals u weet. Wees dus gezegend en schenk mij het paradijs.”

Rossini wilde niet dat zijn Petite messe solennelle werd gepubliceerd. Kort na diens dood gebeurde dat alsnog. De koorzangers en koorliefhebbers zijn daar dankbaar voor want het is een geliefd werk om uit te voeren én te beluisteren.

OVER GIOACHINO ROSSINI
Rossini is in 1792 in Italië geboren. Daar groeide hij op, studeerde hij en schreef zijn eerste komische opera’s. Na een tussenstop in Londen vestigde hij zich in 1824 in Parijs waar hij het Théâtre Italien leidde en, na tal van vrolijke werken, de beroemde en meer serieuze opera Guillaume Tell schreef. Daarna componeerde Rossini alleen nog geestelijke muziek zoals het Stabat Mater en de Petite messe solennelle. Kenmerkend voor zijn stijl zijn de virtuoze zangpartijen in combinatie met mooie melodieën.

In twintig jaar tijd componeerde Gioachino Rossini liefst veertig opera’s, een bewijs van zijn werklust. Hij beweerde dat hij ‘de waslijst van de stomerij nog op muziek kon zetten’. Naast diens werklust is ook Rossini’s kook- en eetlust befaamd. Zo zijn minstens 10 gerechten naar hem vernoemd en was hij was bevriend met de beroemde chefkok Auguste Escoffier. In zijn tijd was Rossini de evenknie van een hedendaagse puissant rijke popster. Hij stopte echter, mede vanwege diens matige gezondheid, op relatief jonge leeftijd met componeren. Totdat hij, na 20 jaar componeerstilte, ‘onze’ Petite messe solennelle schreef. Rossini stief 5 jaar later, in 1868.